Vroukje Zaligman - Dwinger

Door zijn bedrijf op het abattoir in Amsterdam, waar in die tijd veel vleesgrossiers en andere mensen met een Joodse achtergrond werkten had mijn vader in die werkomgeving met de nodige Amsterdams-Jiddische gein veel goede vrienden en door zijn werk op het abattoir ook veel te maken met Salomon Zaligman.
In 1942 werd aan de Joden de toegang tot het abattoir geweigerd. Wij hebben zelf in de oorlogstijd geen gebrek aan vlees gehad en mijn ouders konden Joodse vrienden helpen met vlees en bonnen.
In de oorlogsjaren stonden honderden mensen bij het abattoir in de rij om vlees te kopen en bovendien kregen de mensen een dubbele portie op hun distributiebonnen.

Eind 1942/begin 1943 hielden de Duitsers razzia’s en veel Joden werden gedeporteerd naar de vernietigingskampen. Zo werd ook Salomon Zaligman uit zijn huis gehaald en Vroukje Zaligman – Dwinger heeft nooit meer iets van haar man vernomen. Hij is met meerdere familieleden in 1942 in Auschwitz vermoord.
Op een dinsdagmorgen in april 1943 belde Vroukje op naar mijn vader en vertelde dat zij zich vóór 4 uur ’s middags voor deportatie moest melden op de Polderweg in Amsterdam-Oost.
Zij vroeg hem of hij nog even langs wilde komen om haar nog een keer te groeten.
Hij ging meteen en toen hij bij haar aankwam in de Krügerstraat 17 (Joodse mensen waren gedwongen te verhuizen naar de Afrikaner buurt) stond zij al klaar voor vertrek: twee koffers, rugzak op en natuurlijk ook de jodenster. Graag had hij haar een uitweg uit deze situatie geboden, maar dat was heel moeilijk. Thuis zijn jonge gezin: Anneke was 2½, ik was 1½ jaar en mijn moeder was 4 mnd in verwachting van Joke.
Als afscheid drukte mijn vader de hand van Vroukje en wenste haar sterkte toe voor de komende tijd. Vroukje barstte in snikken uit. Haar tranen grepen hem zo aan, dat hij zijn tranen ook niet kon bedwingen en zei: “Doe je rugzak af. Laat de koffers maar staan. Haal de ster van je mantel. Stap op tramlijn 9 en ga naar mijn huis in de Kloosterstraat ………..”.

Links: het gezin van Arie en Hilly van den Beukel-Sieders eind 1942/begin 1943 met alleen nog Henk en Anneke

Gezien de overvolle gezinssituatie op het bovenhuis werd geprobeerd een ander adres voor Vroukje te zoeken en dat lukte ook bij een bakker in Doorn. Maar dat duurde niet lang want op een morgen stond Vroukje weer voor de deur. De Duitsers hadden Doorn uitgekamd en Vroukje had net kans gezien te ontvluchten. Naar een nieuw adres voor Vroukje werd niet meer gezocht. Zij bleef in de Kloosterstraat.

Onze buurman Bert Haenen (nr.88), was weggevoerd als krijgsgevangene naar Duitsland. Omdat zijn vrouw Meta bang was en om stookkosten te besparen trok zij bij ons op nr. 84 in huis. Gelukkig beschikten wij over vlees en moeder ging samen met buurvrouw Meta op de fiets de boer op om melk en groenten te bemachtigen. Vroukje sliep op het opklapbed in de achterkamer en Meta met haar 2 kinderen in de voorkamer.
Tante Buny zorgde thuis voor de vijf kinderen en met eten klaarmaken.
In die hongerwinter kwam er een bevel in de brievenbus om dekens en warme kleding af te staan voor de Duitse troepen in Duitsland. Wat er aan kleding en dekens verborgen kon worden ging onder de vloer. Daags daarna kwamen de Duitsers langs om huiszoeking te doen.
Zo kan ik mij herinneren, dat er begin van de avond Duitse soldaten de trap op kwamen om huiszoeking te doen. Zij zagen al die matrassen op de grond en waren kennelijk zo onder de indruk van de 5 jonge kinderen dat zij weer snel vertrokken. En tante Buny? Die wist zich geen raad toen ze de Duitsers huis na huis zagen komen. “Wat moet ik nu?”. Mijn vader zei: “Doe jij de afwas maar in de keuken. Jij bent mijn tante”. Ik zie ze nog van de trap van boven bij de slaapkamers komen en naar beneden gaan naar de buitendeur zonder dat er iets was gebeurd.
Ik kan mij dat nog herinneren, waarschijnlijk door de angst en spanning die dat teweeg bracht.
Na de oorlog ging Vroukje, ofwel tante Buny, weer op zichzelf wonen in de Jan van Eykstraat 25-I in Amsterdam op hetzelfde adres als haar zuster Clara Benninga-Dwinger, die de oorlog samen met haar 2 dochters Jetty en Mieke overleefde en in 1947 overleed. Jacob Benninga, die directeur was van de Engelse dochterondernemingen van Benninga's Margarinefabriek, had zijn vrouw Clara en kinderen nog willen overbrengen naar Engeland. Toen dat te laat was pleegde hij zelfmoord in 1940 in Zandvoort.
Vroukje Dwinger werd geboren op 11 augustus 1894 in Leeuwarden, hertrouwde na het overlijden van Daniël Zaligman op 21 juni 1930 met zijn oudere broer Salomon Zaligman in Leeuwarden. Zij is op 78-jarige leeftijd overleden op 9 oktober 1972 in Amsterdam en begraven in Muiderberg.
In 2007 hebben wij met moeder en het hele gezin en kleinkinderen het uitreiken van de Yad Vashem onderscheiding nog mee mogen maken in ’t Reijgersbosch in Duivendrecht.
Het contact tussen de familie en Vroukje is altijd hecht gebleven.
Een nieuwe episode
En in januari 2017 werden wij tot onze grote verrassing overvallen door het nieuws over een na 30 jaar opgedoken huwelijksfilm van Barend Boers en Mimi Dwinger uit 1939 in Leeuwarden, waar wij onze Tante Buny in een flits tussen de bruiloftsgasten herkenden. Mimi was een nicht van Tante Buny. Dat voorval leidde tot emotionele contacten met hun zoon André Boers in Israel en zussen Yvette en Marion. Bij het uitwisselen van gelijkluidende herinneringen aan onze Tante Buny/ hun Tante Vrouke was het alsof we er ineens een deel verre familie bij kregen.
Na het hele verhaal, dat achter de hiervoor genoemde link naar de website van het project Sjoa Drenthe is te lezen met diverse links naar andere interviews belde André mij in maart, dat dit nieuws ook bij de kranten en TV in Israël was doorgedrongen en dat men daar een programma over voorbereidde voor uitzending op 17 maart. Daarin wilde men ook een interview met mij of met Anneke opnemen en aangezien ik die week bij de officiële opening op 15 maart van het bedrijf Safi Sana van onze zoon Aart-Willem in Accra was, gingen Anna en Pau begin die week naar André en zijn zoon Eyal in Tel Aviv. Dat was nog beter ook, aangezien zij Ivriet spreekt. Ook al is de uitzending in het Ivriet, er valt toch in grote lijnen wel te volgen wat er wordt verteld over hoe Tante Buny in 1943 bij ons in de Kloosterstraat kwam, hoe de Duitsers dekens kwamen zoeken en is ook te voelen hoe emotioneel dit allemaal is en hoe de band voelbaar is.
Ook het Fries Filmarchief maakt melding van deze uitzending met een korte omschrijving van het Ivriet en aanvullende informatie over de overdracht naar Israël van de Thora rollen en andere items uit de synagoge van Leeuwarden naar Kfra Batya. Tevens het boeiende verhaal hoe deze rollen gered werden in de oorlog.
![]() |
![]() |
|
Tijdens het familiebezoek in de Kloosterstraat in Duivendrecht vanwege onze verloving | Bij het trouwen van Piet en Joke Slager-Van den Beukel in 1968 |
![]() |
![]() |
|
Tante Buny en ik als getuigen bij het huwelijk van Piet en Joke Slager - Van den Beukel op 11 april 1968 |
Per huwelijksboot als vervoer tijdens de bruiloft |
Info van Joop Benninga over Vroukje Zaligman-Dwinger
Vroukje Dwinger werd geboren te Leeuwarden op 11 augustus 1894. Haar ouders waren: Marcus Mordechai Dwinger geb. 14 juli 1857 Leeuwarden, overl. 28 juli 1911 Leeuwarden en Mietje Mindele de Bruin geb. 6 september 1858 Leeuwarden, overl. 4 oktober 1926 Leeuwarden. In dit gezin waren 10 kinderen. Vier kinderen stierven op jeugdige leeftijd, vier overleefden de oorlog niet.
Een zuster van Vroukje, Clara Marcus Dwinger geb. 14 januari 1891 te Leeuwarden heeft de oorlog overleefd en is 16 oktober 1947 begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg. Zij was getrouwd in 1919 met Jacob Benninga. Dit echtpaar had twee dochters: Henriette Benninga en Mietje Benninga.
Vroukje zelf trouwde eerst met Daniël Zaligman, geb. 31 oktober 1894 Zuidlaren en overl. 2 december 1922 Leeuwarden. Zij was dus al op achtentwintigjarige leeftijd weduwe.
Ze hertrouwde daarna op 21 juni 1930 in Leeuwarden met een oudere broer van haar man, nl. Salomon Zaligman, geb. 18 maart 1891 in Dwingeloo en vermoord in Auschwitz 30 september 1940.
Het echtpaar Zaligman-Dwinger woonde voor hun onderduik op het adres Diezestraat 14hs in Amsterdam.
Salomon Zaligman was controleur op het slachthuis in Amsterdam, maar kan evengoed toezicht hebben moeten houden op het ritueel slachten.
Vroukje woonde na de oorlog in de Jan van Eykstraat 25-I in Amsterdam en in haar laatste jaren in een verzorgingshuis in Amsterdam Watergraafsmeer. Zij stierf kinderloos op 9 oktober 1972 in Amsterdam en is op 11 oktober begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg.
![]() |
![]() |
|
Hertrouwen op 21 juni 1930 in Leeuwarden met Salomon Zaligman | Identiteitsbewijs Salomon Zaligman |
![]() |
Uittreksel Bevolkingsregister Amsterdam 1953 |